HOOFDSTUK VIII.
UITSPANNING
Men moet zich van den arbeid ontspannen door 't vermaak, en door den arbeid het vermaak voorbereiden. (FΙNELON).
De boog kan niet altijd gespannen zijn. En lichaam en geest moeten rust en verpoozing hebben. Ontspanning is geen vadsig leegloopen. Ons vermaak moet zijn, nuttig, degelijk, weldoende zijn. Laten we achtereenvolgens en op beknopte wijze de verschillende soorten van ontspanning bespreken, en ons bezighouden met de spelen binnenshuis en met de spelen in open lucht.
§ I. Lezen.
1. Van de beste dingen, zelfs van 't lezen, die edele, nuttige, leerzame ontspanning, kan men misbruik maken.
Wie onmiddellijk na den maaltijd een boek terhand neemt, of een gedeelte van zijn nachtrust aan 't lezen opoffert, benadeelt de gezondheid van zijn lichaam.
Wie « slechte » boeken of dagbladen leest, benadeelt schromelijk de gezondheid zijner arme ziel. Lees « niet te veel » boeken, maar lees « goedgeschreven, wθldoordachte » boeken. De markt wordt, helaas ! in onzen tijd met min-of-meer verderfelijke romans, die geen zier letterkundige waarde bezitten, overstroomd. Laat u, voor wat de keus van uw « leesboeken « betreft, door bevoegde, ondervindingrijke personen voorlichten.
2. In niet vele gezinnen wordt « luidop voorgelezen », en toch is dat bijwijlen een heerlijke, zeer nuttige ontspanning. En hoe dikwijls komt het in dagelijkschen omgang niet voor, dat men in tegenwoordigheid van een zeker aantal personen een brief, een dagbladartikel moet voorlezen !
« Goed » voorlezen is niet gemakkelijk. Men moet zijn ademhaling zσσ weten te regelen, dat men nooit verplicht zij een zin ontijdig af te breken ; zijn stem weten te leiden, den klemtoon weten te leggen ; begrijpen wat men leest, het verband tusschen de gedachte en haar uitdrukking laten uitkomen ; de woorden duidelijk uitspreken, geen lettergrepen inslikken ; zooveel mogelijk gewestelijke tongvallen vermijden ; het talent van den schrijver tot zijn volle recht laten komen ; den toehoorders de « illusie der daad », der handeling geven.
Heel wat vereischten,, niet-waar ? Men begrijpt, dat dit alles niet zoo gemakkelijk gaat, dat slechts onverdroten oefening een « goed » voorlezer kan vormen. Maar, lieve vrienden, die kunst is zoo heerlijk, zoo nuttig, dat gij u, om ze te verwerven, waarlijk wel een offertje getroosten moogt !
|