HOOFDSTUK V.

BETREKKINGEN

§ XIII. — Leenen en ontleenen.

Leenen heeft dikwijls onaangename gevolgen. Vraag slechts in geval van nood iets te leen, en houd u stipt aan de volgende regelen :

1. Leent ge iemand een boek, voorzie 't dan nimmer van een omslag, hoe prachtig hij ook wezen moge; want dit zou beduiden : « Ik vrees, dat ge mijn boek vuil zult maken, dat ge er niet voorzichtig genoeg meμ om zult gaan ». Is de persoon, die u het boek te leen vraagt, inderdaad slordig en onzindelijk, zoek dan liever een voorwendsel om 't hem niet toe te vertrouwen.

Dit nu betreft dengene, die uitleent. Wat den ontleener aangaat, deze moet zorg dragen voor 't boek (eens anders eigendoml) al is 't ook maar ingenaaid of reeds veel gebruikt. Hij moet 't werk van een omslag voorzien, met zindelijke vingers de bladen omkeeren, bij 't lezen geen vlekje achterlaten, het boek niet zoover openen, dat de rug kan lijden, en het teruggeven in denzelfden staat, waarin hij 't ontvangen heeft. Gebeurt er een ongelukje met 't boek, — de mogelijkheid daarvan is, trots alle zorg, niet uitgesloten, — dan zal hij 't zoo goed mogelijk herstellen, of, zoo noodig, een nieuw exemplaar koopen.

2. Begint het onverwacht te regenen terwijl ge ergens op bezoek zijt, en leent men u een regenscherm, laat hem dan zoo gauw mogelijk terugbrengen, maar niet vσσrdat hij droog en, zoo noodig, met een zachten borstel van slijkspatten gezuiverd is.


———

WELLEVENDHEID
Een handboekje voor de christen jeugd

INTRODUCTIE

———————————————————

TITELBLAD

INHOUDSTAFEL :

TER INLEIDING, door Cζsar Gezelle

HOOFDSTUK I. — De Wellevendheid
I. — Wat zij is
II. — Haar gewicht
III. — Haar voorwerp
IV. — Het karakter

HOOFDSTUK II. — Het Lichaam
I. — Gang en houding
II. — Hoofd, ooren en haar
III. — Aangezicht en voorhoofd
IV. — Wangen en neus
V. — De oogen en de blik
VI. — Mond, lippen, tanden en tong
VII. — Rug, schouders en armen
VIII. — Handen, vingers en nagels
IX. — Beenen en voeten

HOOFDSTUK III. — De Opschik
I. — Opstaan en slapengaan
II. — Hoe men zich moet kleeden
III. — Handschoenen en hoed

HOOFDSTUK IV. — De Maaltijden
I. — Het voedsel
II. — Vσσr den maaltijd
III. — Bediening en tafelgereedschap
IV. — Houding aan tafel
V. — Verschillende wenken
VI. — Soep en tafeldrank
VII. — Hoe men eet
VIII. — Het einde van den maaltijd

HOOFDSTUK V. — Betrekkingen
I. — Onze plichten
II. — In de kerk
III. — Het huis waar men zijne opvoeding ontvangt
IV. — Bezoeken
V. — Bezoeken die men aflegt
VI. — Bezoeken die men ontvangt
VII. — Visietkaarten
VIII. — Groet; handdruk
IX. — Op straat
X. — Op reis
XI. — Toevallige betrekkingen
XII. — Leenen en ontleenen

HOOFDSTUK VI. — Gesprekken
I. — Stem en uitspraak
II. — Sierlijke taal
III. — De kunst, een gesprek te voeren
IV. — De kunst, te luisteren
V. — Iemand in de rede vallen; antwoorden
VI. — Wat uit zedelijk oogpunt betaamt
VII. — Ons gedrag jegens den naaste
VIII. — Babbelaars
IX. — Het « ik »
X. — Lofuitingen

HOOFDSTUK VII. — Briefwisseling
I. — Vorm onder letterkundig oogpunt
II. — De uitwendige vorm
III. — Opschrift en adres
IV. — Het slot van den brief
V. — Postzegel en verzending
VI. — Kleine briefjes

HOOFDSTUK VIII. — Uitspanning
I. — Lezen
II. — Muziek
III. — Wandelen
IV. — Spelen binnenhuis
V. — Spelen in de open lucht

BESLUIT