HOOFDSTUK V.
BETREKKINGEN
§ X. Op reis.
In een spoorwegrijtuig biedt een wθlopgevoed man oudere personen, al zijn ze hem ook te eenenmale onbekend, de beste plaats den hoek aan. Bij 't instappen neemt hij den hoed af. Wie die beleefdheid niet beantwoord is een... lomperd ! Trap de personen, die tegenover u zitten niet op de teenen; moet ge iemand voorbijkomen om naar een onbezette plaats te gaan, verontschuldig u dan. Neem niet al te zeer uw gemak; doe anderen geen last aan, zet u niet op hunne kleederen. De banken zijn bestemd tot « zitplaatsen », niet tot « rustbedden » : vergeet dat niet! Alvorens het portierglas op te halen of neκr te laten, moet ge uw medereizigers vragen, of zij er geen bezwaar in zien. Toon u dienstvaardig, geef bereidwillig de gevraagde inlichtingen, reik een uitstappend reiziger gaarne zijn valiesje toe, verwittig hem, als hij iets vergeet. Maar dit moet ik u op 't hart drukken : wees « hoogst voorzichtig » in uw omgang met personen, die ge niet kent. Toon u « beleefd », maar « niet gemeenzaam »!
|